Hoofd orgel

Oude Helenakerk

Hoofdorgel

Het oudst bekende document waaruit men kan afleiden dat er een orgel in de Oude Helenakerk stond, stamt uit 1534. Men weet verder niets van dit instrument, maar uit de tekst zou men kunnen opmaken dat het om nieuwbouw ging. In 1560 werd er aan een orgel gewerkt door de gebroeders Cornelis en Michael Slegel. In een werklijst van hun hand staat namelijk: ‘Int jaer van sesstich makede wy en werck tho alte by brefort int lant van Gelder by Bockholt…’ Of het hier gaat om een reparatie aan het eerder genoemde orgel, of dat men een tweede orgel bouwde bij het toen al bestaande werk uit 1534, is niet bekend. Wel weten we dat het orgel dat men in 1560 noemde, tegen de torenwand hing. Daar zijn nog steeds sporen van een oude doorgang en van een balustrade te vinden. Ook de historische documenten bevestigen deze plaats in de kerk. Het orgel aan de torenwand raakte uiteindelijk in een dusdanig slechte toestand dat het vervangen moest worden.

In 1759 werd er een nieuw orgel in gebruik genomen. Het was een éénmanualig instrument met een aangehangen pedaal. De klaviatuur bevond zich, vanuit de kerk gezien, aan de linkerzijkant. Hiervan zijn nog steeds sporen aanwezig. De maker van dit instrument is ons geheel onbekend gebleven. Wel kan men aan de hoofdkas zien dat het Westfaalse stijlkenmerken heeft uit het midden van de 18e eeuw en dus ook door een Westfaalse orgelmaker gemaakt moet zijn.

In 1811 werd er door Jacobus Armbrost een verbouwing aan het orgel uitgevoerd. Hij plaatste een rugpositief met vijf stemmen. Ook plaatste hij, zoals hij wel meer deed bij andere orgels, een Bazuin 16 voet als enige pedaalregister. Dit register kreeg houten bekers. De dispositie van het hoofdwerk zal hij vermoedelijk niet of vrijwel niet hebben gewijzigd. De klaviatuur werd naar de voorkant van de hoofdkas verplaatst zoals de huidige zich daar nu ook bevindt.

In de jaren tot aan de nieuwbouw in 1940 werd het orgel enkele malen aangepast naar de destijds heersende opvattingen. Dit gebeurde door de orgelmakers L. Schwartze, E. Leichel en de firma P. van Dam.

In 1940 werd het waardevolle binnenwerk van het orgel gesloopt omwille van een nieuw ‘modern’ instrument, gemaakt door de firma H. Spanjaard. Alleen delen van de Bazuin van Armbrost en enkele andere oude pijpen in sterk gewijzigde vorm, werden hergebruikt. Bij deze gelegenheid kreeg het instrument een elektrische speeltafel. De kassen werden geheel ontdaan van de oude verflagen.

Door de slechte kwaliteit was dit orgel al snel aan vervanging toe. Zodoende werd het na de kerkrestauratie in 1974 niet meer herplaatst. Men gaf aan de orgelmaker Bas Blank de opdracht om een nieuw instrument te maken in de oude kassen met een op de barok georiënteerd klankkarakter. Het resterende deel van de Bazuin van Armbrost werd herplaatst, alle overige pijpwerk werd nieuw gemaakt. Adviseurs waren Willem Retze Talsma en Bernhardt Edskes. Het orgel kwam in 1976 gereed. In 1994 werd een herintonatie uitgevoerd door dezelfde orgelmaker. Sinds 1996 wordt het onderhoud uitgevoerd door de orgelmaker Reil. In 2004 herintoneerden zij nog een maal de Bazuin.

 

 

Hoofdwerk Man 2 Rugwerk Man 1 Echopos Man 3 Pedaal
               
Bourdon  16’ Holpijp  8’ Bourdon  8’ Subbas 16’
Prestant Dd  8’ Prestant  4’ Fluit  4’ Prestant  8’
Gedekt   8’ Fluit  4’ Cornet D  3 st Octaaf 4’
Oktaaf  4’ Octaaf 2’ Regaal 8’ Bazuin 16’
Spitsfluit  4’ Woudfluit  2’     Trompet  8’
Quint  3’ Sexquialter 2 st     Trompet 4’
Octaaf  2’ Mixtuur  3-4 st        
Mixtuur 4 st Dulciaan 8’   Koppel Ped aan Hoofdwerk
Cimbel  3 st       Koppel Ped aan Rugwerk
Cornet D  5 st       Schuifkoppel Rugw aan Hoofdw
Trompet  8’       Tremulant Rugwerk
Vox Humana 8’       Tremulant gehele werk

 

 
 terug naar Orgels
De klank: Toccata in F (BuxWV 156) Mariusz Filonczuk. Zie ook CD-pagina.

Vorige pagina: Oude Helenakerk
Volgende pagina: Hoofd orgel voor 1810