Groot Onderhoud

Onderstaand het artikel wat Janieke Mollenhorst schreef t.b.v. het Kerkvenster.

Het orgel in de Oosterkerk

Hebt u wel eens een kerkrentmeester op z’n knieën door een orgel zien kruipen?
Ik kan u vertellen: dat is een leuk gezicht! Van zijn gezicht is verwondering af te lezen over hoe een orgel er van binnen uitziet, hoeveel pijpen, latjes en overbrengsystemen erin zitten. Kortom: verbazing over hoe een orgel werkt dankzij de techniek… hoewel… ondanks de techniek…

Het orgel in de Oosterkerk is namelijk dringend toe aan een grote onderhoudsbeurt!

Een technische achtergrond
Een orgel is een blaasinstrument. Dat betekent dat er geluid wordt geproduceerd door middel van lucht, in het geval van een orgel ‘wind’ genoemd. Deze wind staat onder een bepaalde druk en wordt door het orgel gestuwd om uiteindelijk via de pijpen een toon te maken.
De pijpen zijn onderverdeeld in verschillende groepen: sommige zijn van hout, andere zijn van (een soort) tin. Dit lijkt een beetje op het verschil tussen een blokfluit en een trompet. In sommige pijpen wordt de toon gevormd doordat een tongetje gaat trillen (tongwerken), in andere pijpen wordt de toon gevormd doordat er een labium (lip) in de pijp zit (labialen). Er zijn trompetten, fluiten, cornetten en nog veel meer andere ‘registers’ te vinden op een orgel. César Franck, een organist en componist uit de romantiek, zei niet voor niets: ‘l’orgue, c’est mon orchestre’.

Goed, er gaat dus wind door allerlei verschillende pijpen. Door allerlei ‘kamers’ en ‘lades’ wordt voorkomen dat de wind door alle pijpen tegelijkertijd wordt gestuwd. Stel je eens voor wat voor herrie dat zou geven! Het systeem is zo ontworpen dat je eerst kan kiezen welke soort pijpen je wilt laten klinken. Dat doe je door een register ‘open’ te zetten: registers zijn de knoppen links en rechts van het klavier. Wanneer we bijvoorbeeld alleen een fluitje 8’ (die 8 staat voor de voetmaat en zegt iets over de lengte van de pijpen) ‘open’ zetten, kan er wind door alle pijpen van het register ‘fluit 8’’. Gelukkig is het orgel ingewikkeld genoeg om ervoor te zorgen dat niet alle pijpen van de fluit 8’ tegelijk gaan ‘spreken’. Pas wanneer je een toets indrukt, gaat er wind door een pijp: de hoogte van de toon wordt bepaald door de toets die wordt ingedrukt, de kleur wordt bepaald door het register dat ‘open’ staat: de combinatie van het gekozen register en de gekozen toets bepaalt welke pijp er gaat klinken. Er zijn dan ook honderden en soms zelfs duizenden pijpen in een orgel.
En natúúrlijk kun je meer registers tegelijk openzetten en kun je meer toetsen tegelijk indrukken. Snapt u ook weer hoe de organist bij een ingetogen lied een zachte, lieflijke toon tevoorschijn tovert en bij een loflied letterlijk de trompetten en bazuinen in volle glorie laat klinken!

Om dit allemaal mogelijk te maken zijn er heel veel latjes en ‘draadjes’ in een orgel aangebracht. Om dan vervolgens weer te voorkomen dat er niet ‘per ongeluk’ een beetje wind weglekt uit een ‘kamer’ of ‘lade’ (ruimtes waar de wind in wordt ‘opgeslagen’ voordat het door een pijp gaat) is er allerlei afdichtingsmateriaal aangebracht.

Het moge duidelijk zijn: voordat er een toon klinkt, heeft de wind al een hele weg afgelegd en heeft de organist al diverse stappen gezet.

Het orgel in de Oosterkerk
Zoals in de inleiding al geschreven, is het orgel in de Oosterkerk toe aan een grote onderhoudsbeurt. Waarom? Op een behoorlijk aantal plekken functioneert het afdichtingsmateriaal niet meer, of is het zelfs helemaal verdwenen. Sommige pijpen zijn door hun grote gewicht door hun voeten gezakt. De registers zijn soms bijna niet meer te bedienen, doordat het materiaal is verstard, enz., enz., enz.
Wanneer we niets aan het orgel doen, kunt u de gebreken van het orgel binnenkort horen:
- er zal doorspraak zijn (‘defect’ afdichtingsmateriaal), waardoor er constant een piep/toon te horen zal zijn. Dit kan een zacht, maar ook een hard geluid veroorzaken.
- sommige pijpen zullen niet meer klinken, doordat de voeten van de pijp de toevoer van wind beletten: daardoor valt een deel van het geluid steeds weg.
- sommige registers zullen niet meer ‘open’ gezet kunnen worden of – erger nog - niet meer dicht kunnen. Dat betekent dat bij het indrukken van een toets de ‘defecte registers’ nooit meer klinken, of juist altijd klinken.

En nu?
Het bovenstaande verhaal is maar  ongeveer 10% van wat er aan de hand is met het orgel in de Oosterkerk. Het college van kerkmusici maakt zich dan ook, terecht, zorgen over het instrument.
Maar onderhoud kost geld en in dit geval: veel geld. Om ervoor te zorgen dat het orgel weer een paar decennia meekan, zal er nu een ton moeten worden geïnvesteerd om de toon van het orgel te behouden. Waar halen we dat vandaan terwijl we leven in een tijd van crisis en de kerk juist moet bezuinigen? Zoals sommige pijpen door hun voeten zakken, zakt de moed mij in de schoenen…

Maar… er is licht aan de horizon! Het is de kerkrentmeesters gelukt om, via een slimme weg, de helft van het noodzakelijke bedrag via subsidies binnen te krijgen. Waarvoor hulde, kerkrentmeesters!!!
De andere helft zullen we als gemeente zelf bij elkaar moeten verzamelen. De komende tijd zal een commissie zich beraden over hoe dat aangepakt moet worden.

Tot slot licht ik alvast een tipje van de sluier, door een vooraankondiging te doen voor een unieke kans om het orgel ‘te inspecteren’. Om u een letterlijk kijkje in het orgel te geven – zowel een algemeen beeld van (de werking van) een orgel alsook de zorgen rondom dit orgel – zal er binnenkort een avond worden georganiseerd in de Oosterkerk, waarbij we met een camera het orgel in zullen lopen. Door dit op het beamerscherm te projecteren en erbij te vertellen wat u ziet én hoort, kunt u ook ‘op uw knieën door het orgel kruipen en u verwonderen en verbazen over de werking, maar helaas ook de defecten van dit orgel…

Houd KerkVenster in de gaten voor nieuws omtrent dit monumentale orgel en voor de datum van hierboven beschreven avond!

Janieke Mollenhorst

 

Van Verschueren kwam het bijgaande krantenartikel, waarschijnlijk uit "de Harp" ca 1940 waarin een korte historie van het orgel is beschreven, en waarin Aalten wordt gefeliciteerd met de nieuwe aanwinst. Tevens wordt de verwachting uitgesproken dat de firma Sanders het instrument wel zoveel mogelijk in oude stijl zal restaureren.

terug naar Oosterkerkorgel 


Vorige pagina: Voormalige situatie
Volgende pagina: FotoGallerij restauratie